We spraken met Benedikt van Loo. Hij is anesthesiemedewerker en sedatie praktijk specialist in het AMC en ambassadeur voor de Beurs van Berlage. Hij vertelt over hoe hij de huidige situatie ervaart, zowel zakelijk als privé.
Nederland is in de greep van de coronacrisis. Het heeft impact op het dagelijks leven van elke Nederlander. We kunnen elkaar niet meer ontmoeten, en sociale interactie vindt zoveel mogelijk online plaats. De situatie creëert ontzettend veel onzekerheid en tegelijkertijd laat het zien hoe saamhorig we zijn. Deze saamhorigheid zie je voornamelijk terug in de steunbetuigingen. Er is veel dankbaarheid voor iedereen die in de frontlinie werkt, het land draaiende houdt en direct met de gevolgen van de ziekte in aanraking komt. Zorgmedewerkers hebben het zwaar, en hen wordt door veel mensen en organisaties een hart onder riem gestoken. We spraken met Benedikt van Loo. Hij is anesthesiemedewerker en sedatie praktijk specialist in het AMC en ambassadeur voor de Beurs van Berlage. Hij vertelt over hoe hij de huidige situatie ervaart, zowel zakelijk als privé.
Benedikt van Loo: “Als anesthesiemedewerker en sedatie praktijk specialist werk ik normaliter op de operatiekamers en andere locaties in het ziekenhuis waar narcose en sedatie wordt toegediend. Anesthesie, Intensive Care en Spoedeisende Hulp vallen allen onder de noemer Critical Care Units. Door de coronacrisis werd een groot aantal zieken verwacht, en waren er vooral op de critical care eenheden zoals de Intensive Care Unit (ICU) en Spoedeisende Hulp (SEH) aanpassingen nodig. De Spoedeisende Hulp moest klaargemaakt worden voor een veilige opvang van corona-patiënten, veilig voor patiënt en zorgverleners. Op de ICU was ruimte nodig om de patiënten onder te kunnen brengen. Daarom moest het normale operatieprogramma afgeschaald worden.
Deze veranderingen gingen heel snel. Alle hulpverleners die met de coronacrisis te maken zouden krijgen waren van de noodzaak doordrongen dat de aanpassingen nodig waren. Er ontstond een grote eensgezindheid onder de zorgverleners om dit voor elkaar te krijgen. Die eensgezindheid was de grootste kracht om dit op een snelle manier rond te krijgen. Ik herinner me niet precies wanneer de crisis in Brabant/Nederland begon, maar wel dat de minister-president op donderdag 12 maart de eerste grote persconferentie gaf. De zondag daarop had ik dienst en was alles in gereedheid voor de opvang van patiënten. Dat alles zo snel in gereedheid was gebracht, kwam ook doordat er op de ontwikkelingen van de epidemie was geanticipeerd. Ik was zelf niet betrokken bij de organisatie van de veranderingen, maar zag dat de plannen waarover de maanden daarvoor al was nagedacht binnen twee weken in de praktijk zijn gebracht
Eén onderdeel van deze voorbereidingen was bijscholing van het personeel. Anesthesiologen en anesthesiemedewerkers zijn voor de coronacrisis op de specifieke aandachtspunten van Intensive Care Zorg bijgeschoold. We worden dan ook volop ingezet op de ICU om de collega’s bij te staan. Naast de reguliere Intensive Care Unit en zijn ook Mobiele Intensive Care Units. Daar ben ik zelf ingedeeld. Samen met een anesthesioloog haal ik dan (Corona-)patiënten op in ziekenhuizen in onder meer Brabant om ze over te brengen naar Groningen waar meer IC-capaciteit is dan in het zuiden van Nederland. Op de ICU verzorgen we samen met onze ICU collega’s de patiënt. Het voordeel daarvan is dat je elkaars specifieke vakgebied er beter door leert kennen en waarderen. De anesthesie leert veel van de ICU en vice versa. We vullen elkaar aan.
Aangezien ik zelf niet op de gewone afdelingen werk heb ik geen ervaring met de langdurige verzorging van patiënten, maar ik weet dat verpleegkundigen op de afdeling er alles aan doen om zo goed mogelijke zorg te verlenen en de eenzaamheid van patiënten zoveel mogelijk te verlichten. Dit is echter een niet te onderschatten opgave. De gewone zorg voor deze mensen is al ingewikkeld en zwaar. Wat typisch is aan het ziektebeeld van covid-19 is dat in een tijdspanne van een half uur de toestand van iemand met ademnood kan verslechteren naar iemand die elk moment kan overlijden als hij/zij niet aan een beademingsmachine wordt gelegd. Dat voor je ogen zien gebeuren is iets gruwelijks. Daarnaast staan de zorgverleners, onder andere door het tekort aan personeel, onder een hoge werk- en tijdsdruk. Het is daardoor moeilijk om aan alle patiënten de aandacht te geven die je wilt geven. Om eerlijk te zijn is dat onmogelijk en dat is het wat de verpleegkundigen soms onderuit haalt.
Als collega’s steunen we elkaar bij de verwerking van moeilijke situaties waar dat nodig is. Daarnaast is er ook een project ‘Care 4 our own’. Dit is een groep collega’s die getraind zijn in het opvangen van collega’s die een traumatische ervaring hebben gehad op de werkvloer. Ik heb het heel recent meegemaakt dat ik ’s avonds thuiskwam van een heftige avonddienst en een appje ontving van één van die collega’s die gehoord had wat er was gebeurd en informeerde of het goed met me ging. Dat soort dingen zijn goud waard.
Uiteraard krijgen we ook veel mee van de steunbetuigingen uit de samenleving. In locatie AMC is er een glazen verbindingsgang tussen de parkeergarage en het ziekenhuis. Deze hangt vol met kaartjes, brieven en tekeningen. Dat is hartverwarmend en wordt door ons zeer gewaardeerd. Ik verliet laatst het ziekenhuis na mijn dienst en toen stond er iemand die ons een bosje bloemen gaf voor ons harde werk, en een winkel had dozen met fruit voor ons neergezet. Dat is mooi en lief. Ik hoop oprecht dat die waardering na deze crisis blijft en dat we niet in de kortste keren weer filmpjes op internet zullen zien van ambulanceverpleegkundigen of andere zorgverleners die aangevallen worden terwijl ze iemand proberen te helpen want uiteindelijk doen we nu niets anders dan anders; gewoon ons werk.
Mijn vrouw doet precies hetzelfde werk als ikzelf. In dat opzicht ben ik een bevoorrecht persoon omdat wij slechts een half woord nodig hebben om elkaar te begrijpen (professioneel dan, andere zaken zijn soms wat lastiger ;-)). Wij kennen de druk die er is in ons beroep en zien het wel als één van ons een heftige situatie heeft meegemaakt. Onze dochter van 12 jaar oud heeft nu les via het internet en dat gaat wonderbaarlijk goed mag ik wel zeggen. Wat ik vooral mis is het contact met vrienden. Op deze mooie lentedagen genieten van elkaars gezelschap met een goed glas. Dat mag voor mij toch wel snel weer terugkeren.